🔸[𝗠𝗶𝘀𝘃𝗮𝘁𝘁𝗶𝗻𝗴 𝗢𝗽𝗴𝗲𝗵𝗲𝗹𝗱𝗲𝗿𝗱] Een verduidelijking omtrent de Daʿwa van al-Imām Muḥammed b. ʿAbdul-Wahhāb
Shaykh ʿAbdul-ʿAzīz b. Bāz werd het volgende gevraagd:
𝗩𝗿𝗮𝗮𝗴: Is de daʿwa van Shaykh Muḥammad b. ʿAbdul-Wahhāb een aparte madhab? En klopt het wat men zegt, namelijk dat zijn daʿwa — waarin hij oproept tot het vermijden van grafaanbidding en het vragen aan doden — neerkomt op onvriendelijkheid jegens de vromen (ṣāliḥīn)?
𝗔𝗻𝘁𝘄𝗼𝗼𝗿𝗱: Shaykh Muḥammad b. ʿAbdul-Wahhāb (رحمه الله) was een geleerde die op de weg van de sunna en de waarheid stond. Zijn daʿwa is geen nieuwe, vijfde madhab. Het is juist een oproep tot de salafī ʿaqīda, gebaseerd op wat de vrome voorgangers (salaf) onder de metgezellen en hun volgelingen hebben onderwezen. Hij riep op tot het aanbidden van Allah alleen, het volgen van Zijn wetgeving en het naleven van Zijn geboden en verboden. Hij introduceerde geen nieuwe madhab, zoals onwetenden of koppige vijanden (afgodenaanbidders) ten onrechte beweren. Zijn daʿwa richtte zich enkel op het zuivere monotheïsme, de aanbidding van Allah alleen.
Zijn oproep begon in de tweede helft van de 12e eeuw en hij overleed in het jaar 1206 na de Hidjra. De boeken waarin hij zijn ʿaqīda uitlegt, zoals Kitāb at-Tawḥīd, Kashf as-Shubuhāt en Uṣūl at-Thalātha, zijn nog steeds beschikbaar. Deze werken verduidelijken dat hij enkel opriep tot tawḥīd: de zuivere aanbidding van Allah en het vermijden van elke vorm van aanbidding gericht aan anderen dan Allah, of het nu gaat om engelen, profeten, afgoden, djinn of mensen. Aanbidding is voorbehouden aan Allah alleen.
In kwesties van fiqh (jurisprudentie) volgde hij de madhab van Imām Aḥmad b. Ḥanbal (رحمه الله), tenzij er sterk bewijs was voor een andere mening, dan volgde hij dat in plaats van de madhab van Imām Aḥmad.
Wat betreft de beweringen van zijn vijanden of onwetenden dat hij een vijfde madhab had of dat hij minachting toonde voor de vromen en de profeten, dit is volledig onjuist. Het oproepen tot het vermijden van shirk (afgoderij) jegens hen is geen minachting, maar juist in overeenstemming met de boodschap van alle profeten. Alle profeten kwamen met de oproep tot tawḥīd en waarschuwden tegen het aanroepen van anderen naast Allah, inclusief de vromen en de profeten zelf. Zij die anderen dan Allah aanbidden, zijn juist degenen die tekortschieten en denken dat dit de profeten en vromen tevredenstelt, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. De profeten waarschuwden de mensen juist tegen dergelijke handelingen. Allah zegt:
“𝗩𝗼𝗼𝗿𝘄𝗮𝗮𝗿, 𝗪𝗶𝗷 𝗵𝗲𝗯𝗯𝗲𝗻 𝗮𝗮𝗻 𝗶𝗲𝗱𝗲𝗿𝗲 𝗴𝗲𝗺𝗲𝗲𝗻𝘀𝗰𝗵𝗮𝗽 𝗲𝗲𝗻 𝗯𝗼𝗼𝗱𝘀𝗰𝗵𝗮𝗽𝗽𝗲𝗿 𝗴𝗲𝘇𝗼𝗻𝗱𝗲𝗻 (𝗱𝗶𝗲 𝘇𝗲𝗶): ‘𝗔𝗮𝗻𝗯𝗶𝗱 𝗔𝗹𝗹𝗮𝗵 𝗲𝗻 𝘃𝗲𝗿𝗺𝗶𝗷𝗱 𝗱𝗲 Ṭ𝗮𝗴𝗵ū𝘁 (𝘃𝗮𝗹𝘀𝗲 𝗴𝗼𝗱𝗲𝗻).’” [an-Naḥl (16): 36]
En Hij zegt:
“𝗘𝗻 𝗪𝗶𝗷 𝗵𝗲𝗯𝗯𝗲𝗻 𝘃𝗼𝗼𝗿 𝗷𝗼𝘂 (𝗢 𝗠𝘂𝗵𝗮𝗺𝗺𝗮𝗱) 𝗴𝗲𝗲𝗻 𝗲𝗻𝗸𝗲𝗹𝗲 𝗯𝗼𝗼𝗱𝘀𝗰𝗵𝗮𝗽𝗽𝗲𝗿 𝗴𝗲𝘀𝘁𝘂𝘂𝗿𝗱, 𝗼𝗳 𝗪𝗶𝗷 𝗼𝗽𝗲𝗻𝗯𝗮𝗮𝗿𝗱𝗲𝗻 𝗮𝗮𝗻 𝗵𝗲𝗺: ‘𝗘𝗿 𝗶𝘀 𝗴𝗲𝗲𝗻 𝗴𝗼𝗱 𝗱𝗮𝗻 𝗜𝗸, 𝗮𝗮𝗻𝗯𝗶𝗱 𝗠𝗶𝗷 𝗮𝗹𝗹𝗲𝗲𝗻.’” [al-Anbiyā (21): 25]
Alle profeten (عليهم الصلاة و السلام) riepen op tot tawḥīd en het oprecht aanbidden van Allah, en het volgen van de openbaring die Allah bracht.
Ook onze Profeet Muḥammad (صلى الله عليه و سلم) riep op tot tawḥīd en het naleven van Allah’s geboden en verboden. De geleerden van ahl as-sunna wal-jamāʿa, zoals Mālik, as-Shāfiʿī, Aḥmad, Abū Ḥanīfa, at-Thawrī, al-Awzāʿī en anderen, deden hetzelfde. Zij allen riepen op tot het zuivere monotheïsme en het oprecht aanbidden van Allah, en het naleven van de regels die de Profeet (صلى الله عليه و سلم) bracht, en het vermijden van wat verboden is.
Dit is de ware religie van Allah. Shaykh Muḥammad b. ʿAbdul-Wahhāb (رحمه الله) riep op tot hetzelfde als deze geleerden. Hij nodigde mensen uit tot tawḥīd, het gehoorzamen van Allah’s geboden, het vermijden van Zijn verboden, het volgen van de Qurʾān en de sunna, en het vermijden van alles wat hier tegenin gaat.
Dus, hij introduceerde geen vijfde madhab of een nieuwe daʿwa.